
Camillus de Lellis' dodenmasker
Camillus de Lellis
Camillus de Lellis
(1550-1614) was van beroep soldaat. Afkomstig uit de ruige provincie
Abruzzen ten oosten van Rome, was vechten en alles wat daar in die tijd
bij hoorde (vrouwen, gokken en drank) zijn lust en zijn leven. Door een wond aan zijn voet, die
niet genezen wilde, kwam hij uiteindelijk - na veel omzwervingen - in het “ziekenhuis voor de ongeneeslijken” in Rome terecht. De verzorging van de zieken was daar
erbarmelijk, omdat de zorg voornamelijk verleend werd door “lopende” patiënten
en alternatie
f gestraften. Camillus had niet veel zin in de verpleging
met zijn vieze wonden en afschuwelijke luchtjes. Hij hield zich liever bezig met kaarten, dobbelen en drinken.
Hij
werd weggestuurd en trok toen noodgedwongen bedelend door het land. Hij
had ook nooit een ander vak geleerd. Dit bedelaarsbestaan was helemaal niets
voor de trotse reus. Op 2 februari 1572 besloot hij zijn leven radicaal
te veranderen. Hij ging terug naar het ziekenhuis van de H. Jacobus in
Rome, waar hij zich deze
keer wel wilde inzetten voor zijn medepatiënten. Een bekering van 180
graden. Hij liet een nieuwe en frisse wind gaan door de zalen, die
volgepakt waren met op muffe strozakken liggende patiënten. Na korte
tijd werd hem, de voormalige gokker en zwerver, de dagelijkse leiding
van het ziekenhuis toevertrouwd. Aanvankelijk wilde hij intreden bij de
Franciscanen, maar God had wat beters met hem voor...
Camillus voorbeeld werkte vernieuwend en inspirerend. Steeds meer mensen
kwamen hem helpen zowel met hun hart en handen als met hun giften.
Enkelen van hen wilden net als Camillus hun leven totaal wijden aan de
zieken. Samen met deze mensen stichtte Camillus de religieuze orde van
“de dienaren van de zieken”. Zij werkten in Rome in ziekenhuizen en bij de zieken thuis. De bevolking van Rome, vooral de
armen, liepen met Camillus weg. Hij was hun held, bij hem konden ze
altijd terecht. Zijn vreedzame revolutie in de zorg nam steeds meer vorm
aan in Rome, in Italië en later ook daarbuiten. Zijn boodschap van
onbaatzuchtige presentie in een wereld vol lijden is nog steeds actueel en
wordt door de hedendaagse toch vaak eenzijdige nadruk op marktwerking steeds meer
nodig.